Risicobeheer
De belangrijkste algemene financiële risico’s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn koersrisico’s, renterisico’s en kredietrisico’s. Hieronder wordt weergegeven in welke mate deze risico’s zich bij onze gemeente voordoen en op welke wijze de gemeente deze risico’s beheerst.
1. Koersrisicobeheer
De koersrisico’s van de gemeente zijn zeer beperkt omdat uitsluitend middelen worden uitgezet in vastrentende waarden, zoals deposito’s en obligaties. Vastrentende waarden garanderen dat op de einddatum de nominale waarde wordt uitgekeerd. Op de einddatum is dus geen sprake van koersrisico’s.
2. Renterisicobeheer
Door schommelingen in de rentevoet loopt een gemeente renterisico. Het renterisico kan worden gemeten door middel van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet begrenst de omvang van de korte financiering (korter dan een jaar). De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal van de gemeente bij aanvang van het jaar. Bij toepassing van deze norm bedraagt de kasgeldlimiet voor de gemeente Someren € 4,0 miljoen afgerond. Momenteel zijn er geen leningen aangegaan met een looptijd van maximaal een jaar. Dat betekent dat het renterisico onder de kasgeldlimiet uitkomt.
Renterisiconorm
Algemeen
De renterisiconorm heeft tot doel om het renterisico bij het opnemen van leningen te beheersen/beperken. Het effect van de renterisiconorm op de financieringswijze is dat de herfinanciering van vaste leningen niet ineens plaatsvindt, maar over een periode van minimaal vijf jaar wordt gespreid. Dit betekent dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen voor gemeenten niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.
Situatie Someren
Voor 2018 bedraagt de renterisiconorm voor de gemeente Someren € 9,6 miljoen. De gemeente Someren kent geen leningen. Dit houdt in dat de gemeente Someren uitkomt onder de gestelde norm.
3. Kredietrisicobeheer
De gemeente gaat leningen aan, zet middelen uit en verleent garanties uitsluitend ten behoeve van de publieke taak. Uitzettingen geschieden uitsluitend aan tegenpartijen die aan de in het treasurystatuut genoemde eisen voor kredietwaardigheid voldoen. Daardoor worden kredietrisico’s beperkt.
Opgenomen geldleningen
Door de gemeente Someren zijn geen afzonderlijke leningen aangegaan ten behoeve van derden.
Verstrekte geldleningen
In totaliteit heeft de gemeente Someren per 31-12-2018 een bedrag van € 215.000,-- aan leningen verstrekt aan stichtingen en verenigingen actief binnen de gemeente Someren. Via het stimuleringsfonds volkshuisvesting is per ultimo 2018 een bedrag van € 4,2 miljoen aan startersleningen en duurzaamheidsleningen verstrekt. Verder is in 2016 een achtergestelde lening aan de BNG verstrekt van € 13,4 miljoen.
Liquide middelen
De gemeente Someren heeft per 31-12-2018 een bedrag van € 1.164.000,-- aan liquide middelen bij het Rijk uitstaan in de vorm van spaargeld. De gemeente is verplicht om overtollige gelden bij het Rijk te stallen (schatkistbankieren).
Schatkistbankieren
Algemeen
Voor decentrale overheden betekent schatkistbankieren dat zij al hun overtollige middelen aanhouden in de schatkist bij het ministerie van Financiën. Dit houdt in dat geld en vermogen niet langer bij banken en instellingen buiten de schatkist mogen worden gehouden. Overtollige middelen mogen alleen in rekening-courant en via deposito's bij de schatkist worden aangehouden of onderling worden uitgeleend aan andere decentrale overheden.
Drempelbedrag
Het drempelbedrag is een minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat gemiddeld buiten de schatkist mag worden gehouden. Het drempelbedrag is gelijk aan 0,75% van het begrotingstotaal, waarbij het drempelbedrag minimaal € 250.000,-- bedraagt. Het drempelbedrag van de gemeente Someren is € 361.000,--
Overzicht schatkistbankieren 2018.
Verslagjaar | ||||
---|---|---|---|---|
Drempelbedrag | 360,8801056 | |||
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | |
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 328 | 373 | 333 | 253 |
Ruimte onder het drempelbedrag | 33 | - | 28 | 108 |
Overschrijding van het drempelbedrag | - | 12 | - | - |
Verslagjaar | ||||
Begrotingstotaal verslagjaar | 48.117 | |||
Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen | 48.117 | |||
Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat | - | |||
Drempelbedrag | 360,8801056 | |||
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | |
Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) | 29.499 | 33.923 | 30.630 | 23.002 |
Dagen in het kwartaal | 90 | 91 | 92 | 91 |
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 328 | 373 | 333 | 253 |
In het tweede kwartaal is sprake van een overschrijding van € 12.000,--. Deze wordt veroorzaakt doordat we bij de rekening courant van het stimuleringsfonds volkhuisvesting (Svn) voldoende saldo moesten aanhouden voor verplichtingen als gevolg van het verstrekken van starters- en duurzaamheidsleningen. Het rekening-courantsaldo maakt onderdeel uit van het saldo liquide middelen wat buiten de schatkist wordt aangehouden.